Eindopdracht
- aylavnoord
- 17 apr 2016
- 4 minuten om te lezen
De eindopdracht van het vak Beeldende Vorming is om een les te maken uitgewerkt volgens het lesfasenmodel. In de les kregen wij al tijd om aan deze opdracht te werken in tweetallen. Omdat er een drietal was (hier zat ik in) hebben wij een opzet gemaakt voor twee opdrachten.
Uiteindelijk heb ik gekozen om onderstaande opdracht verder uit te werken en op mijn blog te plaatsen. Het is een les over roofdieren gemaakt voor kinderen in de bovenbouw (groep 7-8).
Les: Roofdieren
Voorbereiding
Context:
- Belevingswereld: De les gaat over rovers en roofdieren. Dit sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Zij hebben interesses voor spannendere films, met rovers er in (zoals Pirates of the Carribean). De leerlingen gaan bij dit onderwerp een opdracht maken.
Basisplan:
- Opdracht: De leerlingengaan een roofdier maken met kosteloos materiaal. Daarbij gebruiken ze diverse assemblagetechnieken om het roofdier in elkaar te zetten. De karakter van het dier is af te leiden uit het gekozen materiaalgebruik.
- Randvoorwaarden:
Er is van te voren voldoende kosteloos materiaal verzamelt door de leerlingen en/of leerkracht om aan deze opdracht te werken
Er liggen verschillende materialen klaar om mee te assembleren (lijmen, splitpennen, elastiek, ijzerdraad)
Er moeten kenmerken van rovers/roofdieren ("gevaarlijke kenmerken") in het eindproduct te zien zijn.
Het gekozen materiaal moet aansluiten bij het karakter van het dier
De leerlingen krijgen genoeg tijd voor deze opdracht
Doelen:
- Beeldend doel: De leerlingen maken een roofdier. Het karakter van het dier is af te leiden uit het materiaalgebruik.
- Technisch doel: De leerlingen maken een ruimtelijk product van kosteloos materiaal met behulp van assemblagetechnieken.
Receptieve fase
Introduceren
- Beeldcultuur: Postmodern
- Beeldaspecten: Structuur/textuur en vorm (het dier moet er gevaarlijk uitzien, het karakter van het dier is af te leiden uit het materiaalgebruik). Ruimte (het dier staat los in de ruimte --> 3D).
- Ontwikkelingsfase: De expressieve fase. De leerlingen kunnen zich inleven in het onderwerp aan de hand van o.a. ruimtelijke/gevaarlijke kenmerken.
Om het onderwerp te introduceren worden verschillende menselijke "rovers" laten zien. Hierdoor wordt de motivatie van de leerlingen geprikkeld en krijgen zij ideeƫn voor gevaarlijke kenmerken.



Informeren
De beelden worden beschouwd door het stellen van de volgende vragen:
1. Wat zijn dit voor een soort mensen?
rovers/schurken/piraten/slechteriken
2. Noem 5 (of meer) kenmerken van deze rovers
Ze zien er griezelig uit, donkere kleuren, puntige vormen, scherpe lijnen, tanden, stekels, scherpe nagels, sterk (spierballen), hoorns, wapens
3. Welk gevoel krijg je van deze mensen?
Griezelig/bang
4. Hoe draagt het kleur- en materiaalgebruik bij aan het gevoel wat je van deze mensen krijgt?
De donkere kleuren en gevaarlijke kenmerken (zoals stekels, tanden, hoorns) geven je een griezelig gevoel. Je weet dat deze mensen waarschijnlijk onaardig zijn.
Instrueren
Beeldend probleem: In de natuur zijn er ook gevaarlijke rovers. Hoe zien deze gevaarlijke roofdieren er uit? Maak een (niet bestaand) roofdier van het kosteloos materiaal (minstens 3 soorten) dat op de tafels ligt. Gebruik verschillende manieren om het dier in elkaar te zetten. Zorg er voor dat het dier aan het eind van de opdracht kan blijven staan. Laat zien dat het een heel gevaarlijk dier is. Laat het karakter van het dier blijken uit het materiaal dat je kiest.
Productiefase
Observeren
- Beeldend vermogen: In de productiefase gaan de leerlingen zelf aan de slag. De kinderen uit de bovenbouw zitten in de derde fase van het beeldend vermogen. Dit is de fase van de natuurgetrouwe, zichtbare werkelijkheid. Dit betekent dat de leerlingen in hun werk nauwkeurig zijn en aandacht hebben voor details. Dit zal waarschijnlijk terug te zien zijn in het eindproduct.
Begeleiden
- Werkprocessen: Het werkproces waar de leerlingen in deze opdracht mee bezig zijn is het experimentele werkproces. Met de aanwezige materialen experimenten de leerlingen om er een zo gevaarlijk mogelijk roofdier van te maken.
Afronden
- Lokaal/tijdsmanagement: Voor het geheel van deze opdracht (receptieve t/m reflectieve fase) kan ongeveer een uur worden uitgetrokken. 5 minuten voordat het eindproduct af moet zijn, krijgen de leerlingen te horen dat zij hun dier moeten afronden. De leerlingen ruimen dan met elkaar de spullen op en zorgen dat de tafels weer schoon zijn. Deze les kan gewoon in het klaslokaal worden gegeven.
Extra opdracht: Jouw roofdier komt straks in het roofdierenmuseum te staan. In een museum hangt bij elk kunstwerk een kaartje met informatie over het werk. Maak bij jouw roofdier ook zo'n kaartje. Schrijf er in ieder geval bij:
De naam van je werk
De maker
De datum
De materialen die zijn gebruikt, en waarom je voor dit materiaal hebt gekozen
Hoe heb je het dier in elkaar gezet
Extra informatie over het dier
Reflectieve fase
Nabespreken
- Reflecteren: De leerlingen bespreken de eindproducten van elkaar nadat ze elkaars werk hebben bewonderd in het museum (zie hieronder bij "presenteren"). De leerkracht kan dit sturen door middel van vragen:
Welk dier is volgens jullie het meest een roofdier? Hoe kan je dit zien?
Waaraan kan je zien dat het een roofdier is?
Welke kenmerken van rovers komen in veel van jullie werk voor?
Wat vond je een knappe manier van hoe een dier in elkaar is gezet?
Bij welk dier kan je goed zien dat het een heel gevaarlijk dier is? Hoe kan je dit zien?
Beoordelen
- Beoordelingsmatrix: Het eindproduct van de leerlingen kan worden beoordeeld met onderstaande matrix:

Presenteren
- Presentatievorm: Een roofdierenmuseum. Alle dieren worden in het lokaal gezet met het gemaakte kaartje erbij. De leerlingen lopen rond om alle dieren te bekijken. Zij kunnen hierbij ook aan elkaar vragen stellen over elkaars dier.
Evaluatie
- Evalueren
Na de les wordt de opdracht geƫvalueerd en vervolgens aangepast.
Was de opdracht voor alle leerlingen duidelijk?
Zijn de doelen van de les behaald?
Is het beeldend vermogen uitgedaagd?
Hebben de leerlingen kennis gemaakt met verschillende assemblagetechnieken?
Konden de leerlingen hun ideeƫn kwijt met het kosteloos materiaal?
Hebben de leerlingen geleerd wat gevaarlijke kenmerken zijn van rovers/roofdieren?
Dit was de laatste les van het vak Beeldende Vorming en tevens mijn laatste bericht op dit blog. Het vak Beeldende Vorming heeft mij veel geleerd. Ik had van te voren niet gedacht dat er zoveel te leren viel binnen dit vak. Ik merk nu al dat ik met andere ogen kijk naar de tekeningen/werkstukken van mijn leerlingen op mijn stageschool. Vooral de les over de ontwikkelingsfasen vond ik daarbij heel boeiend. Ik hoop dat ik al deze opgedane kennis kan inzetten en gebruiken in de rest van mijn carriĆØre als leerkracht!



























Opmerkingen